Salomo’s troonsbestijging (1,1-53)
Salomo’s eerste regeringsdaden (2,1-46)
Salomo’s bede om wijsheid (3,1-15)
Salomo’s wijze rechtspraak (3,16-28)
Salomo’s vorsten en landvoogden (4,1-20)
Salomo’s grootheid (4,21-34)
De toebereidselen tot de bouw van de tempel (5,1-18)
Salomo’s tempelbouw (6,1-38)
Salomo’s paleis (7,1-12)
Het metaalwerk van de tempel (7,13-51)
De inwijding van de tempel (8,1-66)
De tweede verschijning des HEREN aan Salomo (9,1-9)
Salomo’s overige bouwwerken (9,10-25)
Salomo’s scheepvaart (9,26-28)
Het bezoek van de koningin van Seba (10,1-13)
Salomo’s inkomsten en rijkdom (10,14-29)
Salomo’s afgoderij (11,1-13)
Salomo’s tegenstanders (11,14-40)
Dood van Salomo (11,41-43)
De scheuring van het rijk (12,1-24)
Jerobeam stelt een nieuwe eredienst in (12,25-32)
De man Gods uit Juda (12,33-13,34)
Het overige van de geschiedenis van Jerobeam (14,1-20)
Het overige van de geschiedenis van Rechabeam (14,21-31)
Abiam, koning van Juda (15,1-8)
Asa, koning van Juda (15,9-24)
Nadab, koning van Israël (15,25-32)
Basa, koning van Israël (15,33-16,7)
Ela, koning van Israël (16,8-14)
Zimri, koning van Israël (16,15-20)
Omri, koning van Israël (16,21-28)
Achab dient de Baäl (16,29-34)
Elia aan de beek Kerit (17,1-6)
Elia en de weduwe van Sarefat (17,7-24)
Achabs dienaar Obadja ontmoet Elia (18,1-15)
Elia ontmoet Achab (18,16-19)
Elia op de Karmel (18,20-46)
Elia’s tocht naar Horeb (19,1-8)
De openbaring Gods in Horeb (19,9-18)
De roeping van Elisa (19,19-21)
Samaria belegerd en ontzet (20,1-22)
De slag bij Afek (20,23-34)
Profetisch oordeel over Achabs toegeeflijkheid (20,35-43)
De wijngaard van Nabot (21,1-29)
Achabs strijd tegen Ramot in Gilead (22,1-40)
Josafat, koning van Juda (22,41-51)
Achazja, koning van Israël (22,52-54)
| Koningen 1: | 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 |