Kronieken 1 

 Het eerste boek der Kronieken


Geslachtsregister van Adam tot Abraham (1,1-27)
De nakomelingen van Abraham (1,28-42)
Regeerders over Edom (1,43-54)
De nakomelingen van Juda (2,1-55)
De nakomelingen van David (3,1-24)
Andere nakomelingen van Juda (4,1-23)
De nakomelingen van Simeon (4,24-43)
De Overjordaanse stammen (5,1-26)
Registers van de stam Levi (6,1-81)
De overige stammen (7,1-40)
Geslachtsregister van Benjamin (8,1-28)
Geslachtsregister van Saul (8,29-40)
De bevolking van Jeruzalem (9,1-34)
Geslachtsregister der Gibeonieten (9,35-44)
Sauls dood (10,1-14)
David wordt koning en verovert Jeruzalem (11,1-9)
Davids helden (11,10-47)
Davids aanhangers te Siklag (12,1-22)
Davids leger te Hebron (12,23-40)
De ark uit Kirjat-Jearim gehaald (13,1-14)
Het paleis en het gezin van David (14,1-7)
David verslaat de Filistijnen (14,8-17)
De ark overgebracht naar Jeruzalem (15,1-16,6)
Davids lofzang (16,7-36)
Maatregelen voor de eredienst (16,37-43)
Belofte aangaande Salomo’s tempelbouw (17,1-15)
Davids dankgebed (17,16-27)
Davids overwinningen (18,1-13)
Davids beambten (18,14-17)
Oorlog tegen Ammonieten en Arameeërs (19,1-20,3)
Strijd tegen de Filistijnen (20,4-8)
Volkstelling en straf – De plaats voor de tempel (21,1-22,1)
Voorbereiding voor de tempelbouw (22,2-19)
Indeling en taak der Levieten (23,1-32)
De indeling der priesters (24,1-19)
De families der Levieten (24,20-31)
De zangers (25,1-31)
Poortwachters, schatmeesters en opzichters (26,1-32)
De indeling van het leger – De hoge ambtenaren (27,1-34)
David draagt Salomo de tempelbouw op (28,1-21)
De bijdrage voor de tempelbouw (29,1-9)
Loflied van David (29,10-19)
Salomo’s troonsbestijging – Davids einde (29,20-30)

Kronieken 1:  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21  22  23  24  25  26  27  28  29

Bijbel index