Geprezen zij Israëls Redder
1 Een bedevaartslied. Van David.
Ware het niet de HERE, die met ons was,
– zegge nu Israël –
2 ware het niet de HERE, die met ons was,
toen mensen tegen ons opstonden,
3 dan hadden zij ons levend verslonden,
toen hun toorn tegen ons ontbrandde;
4 dan hadden de wateren ons overstroomd,
een wilde beek ware over ons heengegaan;
5 dan waren de overstelpende wateren
over ons heengegaan.
6 Geprezen zij de HERE, die ons niet overgaf
ten buit aan hun tanden!
7 Onze ziel is ontkomen als een vogel
uit de strik van de vogelvangers;
de strik is gebroken,
en wij zijn ontkomen!
8 Onze hulp is in de naam des HEREN,
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psalmen: | 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 |