Herinnering en verwachting
1 Een bedevaartslied.
Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren,
waren wij als degenen die dromen.
2 Toen werd onze mond vervuld met lachen,
onze tong met gejuich.
Toen zeide men onder de heidenen:
De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!
3 De HERE heeft grote dingen bij ons gedaan,
wij waren verheugd.
4 HERE, wend ons lot
als beken in het Zuiderland.
5 Wie met tranen zaaien,
zullen met gejuich maaien.
6 Hij gaat al wenende voort,
die de zaadbuidel draagt;
voorzeker zal hij komen met gejuich,
dragende zijn schoven.
Psalmen: | 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 |